Terugblikje Geheugenkoor Alkmaar

18 december 2015

 

De laatste zangmiddag van het geheugenkoor in 2015.

Het kalenderjaar is bijna voorbij. Margriet haakt hierop in met het gedicht De tijd (De tekst staat onder dit Terugblikje.)

Het gedicht gaat over de vele gedaanten van de tijd. We luisteren geboeid. Tot de laatste zin: “Je kunt de tijd niet doden. Hij doodt jou.” Meteen veel reacties. Verrast, verontwaardigd, instemmend. En de beste: “Nou, we hebben de tijd.”

En die tijd benutten we goed. Feestend. Want het jaar mag dan wel bijna voorbij zijn. Uiteindelijk zijn het de Feestdagen!

 

Bij het inzingen doet Mieke een oefening die ze uitlegt als doe alsof je jodelt. Hoezo alsof? Els en Ans jodelen er vrolijk op los.

Op de muziek van Foxie Foxtrot wordt vrolijk geswingd en bij de Postkoets draaft Bernadette als een paardje rond. Zo is het toch wel een lang lied …

 

Anneke speelt een lievelingslied van haar moeder Engelien op de piano. Jesu joy of man desiring van Bach. Van zoiets moois worden we stil.

Daarna een aubade van Riet op de piano en Gertje op de dwarsfluit. Een muzikale hulde aan 2015.

 

Nog een weetje: een ander woord voor wachtlopen is schilderen. Riet vertelt het aan de hand van het lied Ik sta op wacht, bekend van Joop de Knegt uit 1957. Vroeger droegen wachters tijdens het wachtlopen schilden bij zich. Vandaar de term schilderen. Het wachthuisje heette het schilderhuis.

Onder de zangers zijn een paar mannen die in dienst gezeten hebben en wacht hebben gelopen. Nico memoreert tijdens zijn diensttijd bij de luchtbrigadekorps in Den Helder 20.000 kilometer(!) te hebben gefietst tussen de verschillende locaties.

 

Ria deelt tenslotte nog een kerstattentie en de nieuwsbrief uit aan de zangers. Dan rest alleen nog elkaar een Merry Christmas toe te zingen. Tot volgend jaar!

 

Groet,

Marja

 

 

De tijd

De tijd brengt ons tot leven maar zichzelf nog niet

Tot wij hem wekken door te worden wat we zijn.

De tijd weeft raadsels om ons heen als

Mensen, deuren, wolken en het licht

De tijd vliegt in en uit als insecten in de zomer

Of wuift naar ons vanuit zijn ligstoel

De tijd holt bij ons vandaan en roept ons.

Als jij vooruit holt, moet je op hem wachten.

Verveel je je dan staat hij zwijgend om je heen.

De tijd stroomt, onzichtbaar als de wind.

De tijd stroomt, als je omkijkt waar je was.

In de toekomst wacht de tijd onrustig tot je komt.

In de herinnering is de tijd een ruimte vol aanwezigheid.

Verslaap je de tijd dan slaapt hij met je mee.

Verdroom je de tijd dan droomt hij van zichzelf.

De tijd is de weg die wij gaan

Maar als wij vallen gaat hij verder.

Je kunt de tijd niet doden

Hij doodt jou.

 

Robert Anker