Terugblikje Geheugenkoor Alkmaar
18 maart 2016
Het is bijna lente! De vogels worden wakker, zingen het hoogste lied, maken elkaar het hof en zorgen voor nieuw leven.
Binnen is het ook een groot vogelparadijs, waar elk vogeltje zingt zoals het gebekt is.
We zingen Klein vogelijn
Klein vogelijn op groene tak
Wat zingt g’een lustig lied
Wij hebben in ons hele boek
Zo’n vrolijk wijsje niet
O zeg o zeg ons aardig beest
Wie of uw meester is geweest
O zeg o zeg ons aardig beest
Wie of uw meester is geweest
Het lied gaat vergezeld van wel twintig verschillende vogelklanken. Zoveel muziekinstrumenten met zo’n eigen geluid waarin je de vogels herkent. Als laatste heeft Mieke nog een soort strip, formaat en vorm van een kleine liniaal. Als ze er op blaast klinkt daar het gekwaak van een pad die een vrouwtje lokt. De pad versterkt dat geluid met behulp van kwaakblazen. En dat horen we!
Naast mij zit Nelly. Zij zegt meteen “O, dat vindt Irene niet leuk!” Irene is haar zus die aan de andere kant van de zaal zit. En inderdaad. Irene heeft er een kleur van. “O, ik hou helemaal niet van een pad. Daar ben ik bang van.”
De vogels komen terug in het gedicht Waterlooplein dat Mieke voordraagt:
De vogels blijven wel zingen
Al hoor je ze niet in ’t lawaai
De vogels blijven wel zingen
Ze zijn ongelofelijk taai
Gab is grootvader geworden! Ter gelegenheid van dit feest zingt hij voor ons met zijn prachtige bas het lied Sweet and low. Het is een wiegenlied waarin een zeemansvrouw haar kindje geruststellend toezingt. Vader is nu op zee, maar hij komt terug naar jou. Het lied heeft een rustig cadans. Gab gebruikt deze om al lopend in de kring het lied te zingen. Zo voelen we de troost en bescherming die het lied biedt.
Met het lied Dans nog eenmaal met mij, komen we weer in een heel andere stemming. Els en Ton begeleiden zichzelf op gitaar. De dansvloer is al snel vol en samen zingen we de bekende regel O darling, dans nog eenmaal met mij!
In de auto op weg naar het koor was Peter al helemaal in de stemming. Hij zong het ene na het andere liedje. Net hard genoeg dat wij het konden horen. In de kring wil hij ook wel een liedje voorzingen. De microfoon komt er bij. Maar dan zingt Peter onverwacht met een krachtige stem:
Zing een liedje
elke dag,
een groot ofwel een kleintje.
Een liedje dat wat aardig is,
of één met een refreintje.
Maar zing toch minstens iedere dag,
een liedje naar je zin.
Dat houdt je hart zo mooi en warm
en alle levensmoed erin.
Die boodschap nemen we mee naar huis!
Groet,
Marja Ruts
Sweet and low
Sweet and low, sweet and low,
Wind of the western sea
Low, low, breathe and blow,
Wind of the western sea!
Over the rolling waters go,
Come from the moon and blow
Blow him again to me
While my little one, while my pretty one sleeps
Sleep and rest, sleep and rest
Father will come to thee soon
Rest, rest on mother’s breast,
Father will come to thee soon
Father will come to his babe in the nest
Silver sails out of the west
Under the silver moon
Sleep, little one, sleep my pretty one sleep.
Geschreven door Alfred Tennyson
Waterlooplein
Het leven is net het Waterlooplein
Allemaal rommel, allemaal roest
Niks om zo vreselijk wild op te zijn
Allemaal lorren die niemand meer moest
Die meubelen, daar op een rijtje
Het lijkt wel een aardig partijtje
Maar als je gaat kijken, dan zijn ze kapot
En in de bekleding zit mot
Precies een partij idealen
Idealen uit onze jeugd
Wie wil er een piek voor betalen
Voor spul dat nergens voor deugt
Het leven is net het Waterlooplein
Allemaal afval, maar op een dag
Vind je dat boekje in echt marokijn
Dat er misschien al wekenlang lag
De koopman, die vraagt maar twee knaken
Omdat-ie er niks voor kan maken
Want dat wat de een als een wonder beschouwt
Dat wil nummer twee voor geen goud
We gaan dus maar verder met dromen
Ze zijn niet altijd bedrog
En als ze niet uit willen komen
Wat dan nog, ja, wat dan nog
De vogels blijven wel zingen
Al hoor je ze niet in ’t lawaai
De vogels blijven wel zingen
Ze zijn ongelofelijk taai
En soms merk je plotseling dat ze er zijn
Tussen de jassen, de oude matrassen
De potten en pannen, en schreeuwende mannen
Van het Waterlooplein
Van het Waterlooplein
Componist Henk van Dijk
Tekstschrijver Guus Vleugel
O darling, dans nog eenmaal met mij
Iedere dans is een kans dat ik vraag
Zeg wil je niet graag voor altijd bij me zijn
Want je weet
Ik vergeet nooit de dag
Waarop ik je zag in de maneschijn
Maar ik denk altijd weer
Aan wat jij die avond zachtjes tot me zei
Oh darling, dans nog éénmaal met mij
Iedere keer zie ik weer hoe je zacht
Een ander toelacht als hij danst met jou
En ik weet, dat het mooiste moment dat ik heb gekend
Was toen ik je kussen wou
Maar ik denk altijd weer
Aan wat jij die avond zachtjes tot me zei
Oh darling, dans nog éénmaal met mij
Want ik kan niet leven zonder jou
Toe sla je armen om me heen
Omdat ik toch alleen van jou maar hou
Oh ik voel me zo alleen
Want ik kan niet leven zonder jou
Toe sla je armen om me heen
Omdat ik toch alleen van jou maar hou
Oh ik voel me zo alleen
Iedere dans is een kans dat ik vraag
Zeg wil je niet graag voor altijd bij me zijn
Want je weet
Ik vergeet nooit de dag
Waarop ik je zag in de maneschijn
Maar ik denk altijd weer
Aan wat jij die avond zachtjes tot me zei
Oh darling, dans nog éénmaal met mij
Oh darling, dans nog éénmaal met mij
Darling, dans nog éénmaal met mij
Gezongen door de Fouryo’s