Terugblikje Geheugenkoor Alkmaar
22 juli 2016
Het is de laatste koormiddag voor de zomervakantie. Het thema is dan ook Vakantie. Vakantie met al zijn mogelijkheden en keuzes.
Neem alleen al het reisdoel. Weggaan of thuisblijven? En als je kiest voor weggaan, waar naartoe?
Nelly heeft er een grappig gedicht over van Jan Hottentot. (zie onder dit Terugblikje)
De volgende vraag: ga je alleen of met iemand samen?
Om de stem los te maken zingen we het refrein van het lied In de jungle: awene weg awene weg awene weg.
Greet vertaalt dit vrij naar alleen op weg alleen op weg alleen op weg.
Ze haakt in bij de ene buurvrouw en zingt met twee op weg met twee op weg met twee op weg. Dan haakt ze ook in bij de andere buurvrouw met drie op weg met drie op weg met drie op weg!
“Alleen op weg”, zegt ze later. “Niets aan!”
En wat doe je op vakantie?
Lekker actief met de wandelclub op stap, zoals Jo met de banjo?
Jo
met de banjo en Lien met de mandolien
Kaatje met haar mondharmonicaatje
Truitje met haar luitje, je moet dat clubje zien
Dol op 'n man, dol op 'n man,
We zijn zo dol op een mandolien
Of liever, heerlijk rustig?
Heel alleen aan het strand
Lekker lui in het zand
Zo heerlijk rustig
Met je hoed heel gracieus
Op de punt van je neus
Zo heerlijk rustig
Je kunt natuurlijk ook bij het kampvuur eindeloos de canon Hoog laait het vuur zingen (dit zijn de enige woorden van het lied).
En dan dorst krijgen:
Wat zullen we drinken
Zeven dagen lang
Wat zullen we drinken, wat een dorst
Wat zullen we drinken
Zeven dagen lang
Wat zullen we drinken, wat een dorst
Vakantie is ook een goed moment om te stoppen met een activiteit om iets anders te gaan doen. Zo stopt Ria D met haar werk als gastvrouw van het Geheugenkoor. De koorleden nemen in stijl van haar afscheid met een geweldig lied dat Els geschreven heeft op de tekst van het lied Kleine Greetje in de polder. Bij het refrein zingen de mannen Ria toe RIA WAT BEN JE TOCH MOOI!
Bob gaat in het vervolg het openingswoord doen. Hij neemt nu alvast een voorproefje door Ria hartelijk toe te spreken en een prachtig boeket aan te bieden.
En zo gaan we de vakantie in. Naar Frankrijk, het mooie Gardameer, Majorca, Londen of Parijs. Of toch liever heerlijk naar Groet!
Groet,
Marja Ruts
Afscheidslied voor Ria D
Op de melodie van Kleine Greetje uit de polder
Geschreven door Els
Ja iedere vrijdag als wij zingen gaan
Dan staan hier weer bloemen te geuren
De kaartjes met namen legt Ria dan klaar
Er gaat weer van alles gebeuren
Ik hoor dan de tonen al van de muziek
En ook de accordeon van Annemiek
Als Ria gaat staan kan je weten
Dat zij je weer Welkom gaat heten …
RIA WAT BEN JE TOCH MOOI!
Refrein:
Ja daar staat ze, onze Ria
Met haar lieve lach
Op haar bloesje duizend bloemen
Die ik zelden zag
Als ik Ria dan hoor praten zoals zij dat doet
Ja dan weet ik zeker
Jongens het wordt goed!
Altijd lekker bezig en ook heel attent
Ja dat is zoals wij je kennen
Met kaartjes cadeautjes en wat al niet meer
Kwam jij ons soms heerlijk verwennen
Maar nu bij de tonen van deze muziek
Word ik toch wel even wat melancholiek
Want ik krijg nu toch in de gaten
Jij gaat ons voorgoed nu verlaten …
RIA WAT BEN JE TOCH MOOI
Refrein:
Ja daar staat ze, onze Ria
Met haar lieve lach
Op haar bloesje duizend bloemen
Die ik zelden zag
Als ik Ria dan hoor praten zoals zij dat doet
Ja dan weet ik zeker
Jongens het wordt goed!
Jij bent als een bezige bij in de weer
En vaak dan ook niet af te remmen
Maar vrijdags ga jij nu met manlief voortaan
Heel rustig een paar uurtjes zwemmen
Ligt hij dan heel even relaxed op zijn buik
Dan neemt onze Ria een prachtige duik
En roept heel het zwembad naar Ria
Dat was me een duik Mamma Mia!!
RIA WAT BEN JE TOCH MOOI!
Refrein:
Ja daar gaat ze, onze Ria
Met haar lieve lach
Op haar zwempak duizend bloemen
Die je zelden zag
Als je Ria dan ziet duiken
Zoals zij dat doet
Ja dan weet je zeker
Jongens die wordt goed!
Groet
Hij zei: “Marie, wat denk jij
Van Frankrijk, of een keer
Aan ’t mooie Gardameer?
Of wil je naar Majorca,
Naar Londen of Parijk?”
Zij zei: “Waarom zo er, man,
Je lijkt wel niet goed wijs!
Hij zei “Ik heb van jongs af aan
De reislust in mijn bloed,
Maar ‘k wil nu echt wat anders
Na twintig jaren Groet.
Ik ken daar alle mensen
En alle korrels zand.”
Zij zei: “’t is daar gezellig,
Gebruik toch je verstand!”
Zij zei: “En neem het eten,
Dat is daar lekker, Piet,
Ik moet geen slak, geen olie,
Ik lust die poespas niet.
En ginder heb je beren
En slangen – snap je goed?
En neem nou schorpioenen,
Die zie je niet in Groet!”
En hij, hij droomt van gondels,
Van zon en blauwe zee,
Van wit-besneeuwde Alpen,
Maar hij, hij gaat weer mee
Met haar, naar ’t osselapje,
Naar pudding , geel en zoet,
Voor weer eens veertien dagen,
Naar altijd, altijd Groet.
Jan Hottentot
Redacteur-verslaggever Dagblad van de Zaanstreek in de jaren zeventig