Terugblikje Geheugenkoor Alkmaar

24 juni 2016

 

Thema van vandaag is Bonte Zomer. Nou bont, in de zin van afwisselend, is de middag zeker.

 

We beginnen met een gevoel van spijt. Gab, trouwe vrijwilliger, neemt afscheid. We gaan hem missen als maatje, als bas, maar ook als gezellige taxichauffeur van de Westervennezangers. Tegelijk is er hilariteit als Ria en Marja hem toezingen op de melodie van het lied Daar bij de waterkant. En dan vertedering als Gab trots een foto van zijn kleindochter laat zien. Zij is de reden van zijn afscheid. Hij gaat oppassen. (Zo zegt hij het, oppassen. Hij bedoelt gewoon dat hij heerlijk gaat spelen met en genieten van zijn kleindochter.)

Zo hebben we aan het begin van de middag meteen al een scala aan emoties.

 

Het is zomer. Aan een denkbeeldig kampvuur zingen we de liederen Hoog laait het vuur en Faria.

Zingend trekken wij nu naar buiten, faria
Wie niet zingen wil moet maar fluiten, faria
Want zolang je maar vrolijk bent
Ben je rijk ook al heb je geen cent
Faria, faria, faria, faria, faria

 

Het is niet altijd mooi weer in dit jaargetijde. Af en toe regent het pijpenstelen. Bij het lied Weet je nog wel die avond in de regen, lopen Mieke en Gertje ‘verliefd’ onder een paraplu. Ze gaan zo in elkaar op dat regelmatig het verkeerde couplet en refrein wordt aangegeven. En dan stappen ze ook nog in een grote plas. Nico nat. Tja, ‘verliefd’.

 

In de zomer gaan veel mensen op vakantie. Dichtbij, ver weg, leuk, niet leuk. Margriet heeft een gedicht gevonden over vakantie. Geschreven door Annie M.G. Schmidt. Het heet ‘Dag mevrouw De Bie’. De tekst staat onder dit Terugblikje. Hoewel we het gedicht voor het eerst horen, spreken we de laatste woorden ‘van mevrouw De Bie’, in koor uit.

 

In januari werd Jean 95 jaar. Zijn familie organiseerde een feest voor hem. Op de uitnodiging stond: cadeaus hoeven niet, een bijdrage in enveloppe ten behoeve van het geheugenkoor waar onze ouders met veel plezier zingen, is een goed alternatief. Van het bedrag heeft Mieke instrumenten gekocht bij Scorlewald, afdeling muziekinstrumentenbouw. Vandaag gaan we ze voor het eerst proberen. De muziekinstrumenten worden over groepen verdeeld. Op het ritme van het lied Yemaya speelt iedere groep een accoord. Het gaat nog niet helemaal goed. Maar dat de instrumenten een prachtig geluid maken is wel duidelijk. Volgende keer doen we het gewoon weer. Het lied Yemaya zingen we sowieso graag. Het is een Afrikaans lied als ode aan Yemaya. Yemaya is de Godin van zeeën en oceanen. Het lied bezingt het feestelijke moment dat de rivier (de individuele ziel) de oceaan (de universele ziel) bereikt.

 

Yemaya assessu

Assessu yemaya

Yemaya olodo

Olodo yemaya

Een paar woorden, gezongen in een gedragen ritme, eindeloos herhalend.

 

En we eindigen met een nieuw lied, Zandmannetje. Dit is een wiegenlied naar Joh. Brahms. Vandaag speciaal voor de kleindochter van Gab!

 

Groet,

Marja Ruts

 

Dag mevrouw De Bie

Ieder jaar opnieuw

Zit ik in de caravan,

Ieder jaar opnieuw

Onze eigen caravan.

Jan, waar staan we nou?

Is dit Ober-Beieren?

O, in Griekenland?

Hee, pas op de eieren.

‘k Sta weer in de modder

Net als overal,

Net als in het Grindelwald

En in Portugal.

Als ik uit het raampje kijk,

Weet u wat ik zie?

Da zie ik de caravan

Van mevrouw De Bie,

Die komt ook uit Holland,

Ja, uit Overschie,

Dat is ook toevallig,

Dag, mevrouw De Bie,

 

Hoe vindt u ’t hier in Griekenland?

 

Mevr. De Bie “O, gezellig, alleen de sla is hier niet lekker.”

 

En het jaar daarop

Zit ik in de caravan,

Mieren in de boter,

Vlees dat gaat bederven.

Jan, waar staan we nou?

San Sebastian?

Ik dacht Joegoslavië.

’t Komt er niet op an.

‘k Sta toch af te wassen

Net als overal,

Net als in Sicilië

En in Senegal,

Alle zeven radio’s,

Daar en daar en daar,

Van de andr’e caravans

Spelen door mekaar,

Vatenkwast en modder

Is alles wat ik zie,

Hee, dat is toevallig,

Dag mevrouw De Bie,

 

En hoe vindt u ’t hier in Spanje?

 

Mevr. De Bie “O, gezellig. Alleen de sla hier vin ik niet zo lekker, voor twee jaar in de Vogezen, weet u nog wel in de Vogezen. Daar was het mooi alhoewel ik altijd zeg: als je een Vogees gezien heb, heb je ze allemaal gezien, maar de sla was er lekker.”

 

En het volgend jaar

Zit ik in de caravan,

Tot ik honderd ben,

Hier zal ik wel sterreven,

Dit is Schweineburg

Und es regnet ganz den Tag,

Ik ben durch en durch,

Wasser strömt in meinem Krag.

Ja, wat zei je Jan?

O, in Saint-Malot?

Ah, quel mauvais temps,

Drop de l’eau sur mon dos.

Als ik uit me raampje kijk,

Weet u wat ik zie?

Dan zie ik de caravan, van mevrouw De Bie.

 

 

Weet je nog wel, die avond in de regen
(tekst: Jack Bulterman/ uitvoering: Marcel Thielemans en The Ramblers/Wim Poppink en The Ramblers)

 

Jij stond op een tram te wachten
k Zag je in de verte staan
Toen keek ik je aan, je lachte
Samen zijn we voortgegaan

refrein:
Weet je nog wel
Die avond in de regen
't Was al over negen
En we liepen heel verlegen
Samen Onder moeders paraplu
Weet je nog wel
Hoe jij daar stond te wachten
Vanaf kwart voor achten
Hoe we beiden vrolijk lachten
Samen Onder moeders paraplu
Je wangen waren nat
En je haar was nat
We trapten samen in een plas
Je merkte het niet eens
Omdat dat moment
Het mooiste van je leven was
En terwijl wij plannen maakten
Kuste ik je keer op keer
Toen we uit de droom ontwaakten
Regende 't allang niet meer

refrein
Weet je nog wel
Die avond in de regen
Hoe we beiden zwegen
Heel verliefd en heel verlegen
Samen onder moeders paraplu
Onder moeders paraplu