Terugblikje Geheugenkoor Alkmaar

5 februari 2016

  

Voordat we echt gaan zingen maken we altijd ons lijf los en verjagen we eventuele muizenissen in ons hoofd. Gertje laat ons daarom allerlei (stem-)oefeningen doen. Dit keer nodigt ze ons uit te gaan staan om dan de schouders en bovenrug van de buurman of buurvrouw los te kloppen. Hilariteit alom. Zeker als een groepje besluit als een treintje achter elkaar te gaan staan en zo de oefening te doen. Een goed begin van de middag die nog veel meer verrassingen heeft.

 

Veel wisselzang. Zoals in het nieuwe lied Wat zullen we drinken. Om en om zingen de mannen en vrouwen een paar regels:

Wat zullen we drinken zeven dagen lang

 

Wat zullen we drinken wat een dorst (2x)

Er is genoeg voor iedereen

Dus drinken we samen

Sla het vat maar aan

Ja, drinken we samen, niet alleen (2x)

 

Dan zullen we werken zeven dagen lang

Dan zullen we werken voor elkaar (2x)

Dan is er werk voor iedereen

Dus werken we samen 7 dagen lang

Ja, werken we samen, niet alleen (2x)

 

Eerst moeten we vechten

niemand weet hoelang

eerst moeten we vechten voor ons belang (2x)

Voor het geluk van iedereen

dus vechten we samen

samen staan we sterk

Ja, vechten we samen, niet alleen (2x)

 

In de pauze is het een gezellige drukte. We eten appeltaart van Engelien. Zij is deze week 96 jaar geworden en trakteert. We praten wat, we lachen wat en als iedereen weer op zijn plaats zit klinkt het ineens

                        Hé Koen, maak je mijn schoen?

Iemand aan de andere kant van de zaal antwoordt:

                        Ja juffrouw, ik zal het dadelijk doen.

Wat is er aan de hand? De dialoog gaat door.

                        Koen, maak je hem sterk?

Het antwoord:

                        Ja juffrouw, dat is mijn dagelijks werk!

Het blijken Riet vanachter de piano en Koen aan de andere kant van de zaal te zijn. Luid, enthousiast en met veel bijval van de koorleden vervolgen zij hun gesprek. En An completeert de dialoog met de regels Dag Koen! Dag, juffrouw zonder schoen!

Een rijmpje uit de oude doos. Op deze manier gebracht. Dat kan alleen door rasartiesten!

 

Het hele versje:

Koen, maak je mijn schoen?
Ja, juffrouw, ik zal het dadelijk doen.
Koen, maak je hem sterk?
Ja, juffrouw, dat is mijn dagelijks werk!

Koen, is mijn schoen al klaar?
Ja, juffrouw, betaalt u maar!
Koen, ik heb geen geld ontvangen...
Wel, dan blijft uw schoen daar hangen.

Want op klanten zonder geld,
Daar ben ik niet op gesteld.
Dag, Koen!
Dag, juffrouw zonder schoen!

 

Anneke en Riet spelen nog een feestelijk pianomuziek à quatre mains, Arrival of the Queen of Sheba (G.F. Händel (1685-1759). Speciaal voor Engelien, de jarige.

 

Ria B draagt een gedicht voor van Agatha Bekker, geboren in 1942 in Alkmaar. Agatha Bekker ziet het leven als een reis met vele stations waar van alles gebeurt. In de hectiek van het bestaan is het schrijven van gedichten voor haar een rustpunt. Zij zegt hier zelf van “Ik pak nog steeds mijn koffers uit en bekijk de bagage van het dagelijkse leven; daaruit haal ik mijn inspiratie en zin van mijn bestaan.”

Haar moeder gaf haar een wijze les mee: “Wees niet te snel met veroordelen.” Jaren later besefte Agatha het gelijk van haar moeder.

Het gedicht Opgroeien na de oorlog staat onder dit Terugblikje.

 

Loek gaat rond met de I-pad. Hierop laat hij een filmpje spelen van een Duitse zanger. Wie herkent de zanger en het lied? Dat duurt niet lang. Het is de Duitse zanger Freddy Quinn.  Met het Westfries volkslied. Of toch niet. Hij zingt Die Nordseewellen Trekken (Frieselied). Zelfde lied, maar dan Oost Friesland betreffende. Loek legt uit dat het Friesland zoals wij dat kennen een lange geschiedenis heeft met veel oorlogen, landsverdelingen en nieuwe landsgrenzen. Als gevolg daarvan is er ook nog Oost Friesland in het uiterste noordwesten van de Duitse deelstaat Nedersaksen. En dat Friesland bezingt Freddy Quinn.

 

Gab haakt hierop in. In het koor zingen enkele zangers die in West Friesland geboren zijn en ook Westfries spreken. Gab werkt als vrijwilliger in de dagopvang Westervenne in Heiloo. Daar kreeg hij woensdag een Westfriese tekst voorgeschoteld met de vraag deze voor te lezen. Dat lukte toen niet zo goed. Hij moest er zelf te veel om lachen. Maar nu heeft hij thuis geoefend en wil hij het verhaal graag met ons delen. Hij leest het vanaf een piepklein schermpje van zijn telefoon. In het Westfries. De ‘buitenlanders’ onder ons moeten goed opletten. Maar het verhaal is bekend en de voordracht geweldig: De wolf en de zééven gáátjes.

De tekst staat onder dit Terugblikje.

 

Groet,

Marja Ruts

 

 

Opgroeien na de oorlog

 

Onder de kapotte lamp

Schemerde het licht

Van de jaren van de oorlog

 

De geur van thuis

Groene zeep, wrijfwas

Op oude meubels

Soda in het badwater

Op zaterdag

 

Moeder zong en

Bereidde de maaltijd

Voor zondag

De geur van gestoofde peertjes

Het braden van draadjesvlees

Twaalf monden

Moesten gevoed

 

Traag waren de

Uren tegen de

Oude lambrisering

Vingerspel tegen de

Schaduwen op de wand

Onbezorgde lach

Rozig van het warme

Bad in pyjama luisterend

Naar een hoorspel

Een krant met doppinda’s

De was hing te drogen

Aan ’n rek boven de kachel

 

Zoete kleur en glans

Van voorbije kinderjaren

Alles komt wel goed

Met hongerige ogen de toekomst in

 

Uit: Smaak van vroeger; Agatha Bekker