Terugblikje Geheugenkoor
Vrijdag 9 januari 2015
De eerste
koorbijeenkomst van 2015. We wensen elkaar alle goeds voor het nieuwe jaar.
Daarna steekt Ria een kaars aan in een prachtige kandelaar in de vorm van een
engel. Een lichtje, in het bijzonder voor Anneke R. Zij is 25 december 2014
overleden. Maar het lichtje is ook voor ons allemaal. Opdat we er voor elkaar
mogen zijn.
Een bijzonder welkom voor Peter. Hij is nu voor de tweede keer bij het koor. We
wensen hem veel plezier bij het zingen!
De liedjes gaan
vandaag vooral over vriendschap. Zoals het liedje Hemel en aarde kunnen vergaan,
vrolijke musici, vrolijke musici, blijven bestaan.
Bij Nel komt meteen het poesie-albumversje naar boven: Hemel en aarde kunnen
vergaan. Maar onze vriendschap blijft altijd bestaan!
En het lied Kleine Greetje uit de polder. Voor de gelegenheid vertaalt in Kleine
Grietje uit de polder. Waarom? Dit was het lievelingslied
van de vader van Leo. Hij was verliefd op Grietje, zijn vrouw. Die ook nog uit
de polder kwam.
Mieke leest een
prachtig gedicht voor: Rumi’s muziek.
Jaladuddin Rumi schreef dit gedicht in de dertiende eeuw. Erg lang geleden dus.
Maar het gedicht is zo mooi! Het verdient het om heel vaak gelezen te worden.
Onder dit Terugblikje staat de tekst.
Mark speelt op de
piano een door hem zelf gecomponeerd muziekstuk getiteld Proud. Krachtige
muziek, energiek gespeeld, met de boodschap dat we trots mogen zijn. Trots op
elkaar en op onszelf!
En dan bereiden we ons voor op het afscheid van Bernadette. Bernadette komt 23
januari nog een keer naar het Geheugenkoor om gedag te zeggen. Wat we gaan doen
schrijf ik niet op. Bernadette leest nog de mail van het Geheugenkoor. Dus als
ze dit Terugblikje leest, zou de verrassing eraf zijn. Maar bijzonder wordt het!
Groet,
Marja
Rumi’s muziek
Maak je geen zorgen,
deze liederen hoeven niet bewaard,
deze instrumenten mogen kapot.
We zijn hier op de plek
waar alles muziek is.
Getokkel en gefluit
vullen de atmosfeer.
Zelfs al zou de wereldharp
Aan stukken breken,
spelen zouden we
op instrumenten nog verscholen.
Wat deert het
dat de kaarsen flakkeren en doven.
We hebben vuursteen en vonk.
Zingen is als het zeeschuim.
Melodieën komen als parels
uit de oceaan omhoog.
Gedichten spatten op de kust uiteen
en trekken vol verlangen
het wrakhout mee.
Dit alles ontstaat uit een bron,
langzaam en sterk,
onzichtbaar voor ons.
Genoeg woorden nu.
Zet open het raam van je hart.
Maak het tot duiventil,
waar bezieling komt en gaat.